Inzet van een monoblock warmtepomp voor gasloos verwarmen
Een monoblock airco/warmtepomp is een eenvoudige en praktische oplossing om de temperatuur in een ruimte comfortabel te regelen en te behouden. Dankzij de toepassing van een inverter warmtepomp kan de Innova 2.0 monoblock zowel koelen als verwarmen. Hoewel de term "warmtepomp" vaak wordt geassocieerd met verwarming, is elke airco in feite een warmtepomp. Dit type technologie kan warmte op één plek opnemen en elders weer afgeven. In de zomer onttrekt het warmte uit de binnenlucht en voert dit af naar de warmere buitenlucht. Geavanceerde systemen, zoals de Innova 2.0 monoblock, kunnen dit proces omkeren: in de winter halen deze warmte uit de koude buitenlucht om de binnenruimte te verwarmen.
Een warmtepomp wekt zelf geen warmte op, maar haalt deze uit een externe bron, zoals buitenlucht. Hierdoor is een warmtepomp een zeer efficiënte manier om te verwarmen. Het opwekken van warmte, wat normaal gesproken veel energie kost, is namelijk niet nodig bij een warmtepomp. Elektrische heaters en infraroodpanelen zetten daarentegen de verbruikte energie direct om in warmte, waardoor ze veel minder efficiënt zijn. Bovendien verwarmt een (monoblock) warmtepomp de hele ruimte, terwijl infraroodpanelen vooral oppervlakken of personen opwarmen die direct in de straling staan.
Net zoals de overstap van benzine naar elektrisch rijden voordelen, nadelen en een aangepaste rijstijl met zich meebrengt, vraagt het gebruik van een (monoblock) warmtepomp om een andere aanpak dan bij verwarming met een traditionele CV-ketel.
Om het juiste apparaat te kiezen en optimaal te gebruiken, is het belangrijk om op de volgende punten te letten:
Een warmtepomp maakt meer geluid dan een cv-radiator
Gezien het feit dat een cv-radiator normaal gesproken geen enkel geluid maakt is het natuurlijk ook logisch dat een andere warmtebron niet stiller zal zijn. Een warmtepomp (split-unit of monoblock) is voorzien van een ventilator om de gegenereerde warmte de ruimte in te blazen. Deze zijn natuurlijk niet luid maar zullen (afhankelijk van de ingestelde stand) altijd enig windgeruis produceren. Normaal gesproken is dit niet storend, ook ’s nachts is dit een zacht achtergrondgeluid, mits ingesteld op een lage (stille) stand.
In een monoblock airco zit alle techniek in één behuizing, en deze behuizing bevindt zich binnenshuis, dus in principe zijn er meer bronnen van geluid zoals de compressor (dit is de pomp die het koelmiddel rondpompt en het hoofdcomponent van de warmtepomp is) en de ventilator voor de buitenlucht.
Uiteraard is het zo dat deze twee componenten in een zwaar geïsoleerd gedeelte van het toestel zitten, dit is nodig omdat het hier binnenin koud is (de buitenlucht wordt er immers doorheen gevoerd) en hier dus meer geluid geproduceerd wordt. Deze isolatie zorgt ervoor dat er geen koude naar binnen door kan sijpelen en het geluid geïsoleerd wordt. In de praktijk betekent dit dat deze componenten normaal gesproken niet hoorbaar zijn. Alleen bij het opstarten van het verwarmings- (of koel) proces kan het zijn dat de compressor enkele seconden hoorbaar kan zijn, de compressor is in rubbers opgehangen om trilling en geluid te absorberen maar bij opstarten moet hij even extra “aanzetten” om op toeren te komen. De buitenlucht ventilator is normaalgesproken niet hoorbaar maar dit hangt ook samen met de muur waar het toestel aan hangt, een gipswand of dunne houten wand kan wel geluid doorlaten maar als het toestel aan een stenen muur hangt zal al het geluid van de buitenluchtstroom helemaal gedempt worden.
Een warmtepomp onttrekt warmte aan de buitenlucht
Net als iedere lucht/lucht warmtepomp onttrekt een Innova 2.0 de warmte aan de buitenlucht. Ook als de buitenlucht koud is kan hieraan nog steeds warmte onttrokken worden, dit is zelfs mogelijk als de buitentemperatuur onder het vriespunt ligt. Het is natuurlijk wel zo dat naarmate de buitentemperatuur daalt de hoeveelheid warmte die een warmtepomp kan onttrekken ook afneemt. De opgegeven verwarmende capaciteit in kW van de Innova toestellen is gemeten bij een temperatuur van 7°C. Bij een temperatuur van -2°Cis de verwarmende capaciteit van de warmtepomp met ca. 30% afgenomen.
Als een monoblock warmtepomp gebruikt wordt als toevoeging aan een bestaand CV systeem hoeft dit niet zoveel uit te maken; voor het grootste gedeelte van het koude seizoen kan het toestel gebruikt worden om de temperatuur op een aangenaam niveau te houden, het CV systeem te ontlasten en hiermee het gasverbruik te minimaliseren. Als de temperaturen te ver dalen kan het CV systeem gebruikt worden zodat er altijd voldoende verwarmingscapaciteit aanwezig is.
Als de monoblock warmtepomp moet worden gebruikt als enige warmtebron is een Innova 2.0 12HP ELEC of 15HP ELEC een goede oplossing, deze is voorzien van een ingebouwde elektrische heater die automatisch inschakelt als de warmtepomp de temperatuur niet snel genoeg kan doen laten stijgen. Een elektrische heater is lang niet zo efficiënt als een warmtepomp, maar als backup is het een effectieve oplossing. Eventueel is de combinatie van warmtepomp en losse elektrische heater of infrarood verwarmingspaneel ook een oplossing om altijd voldoende verwarmingscapaciteit te hebben.
Factoren van belang voor de grootte van de ruimte waarin een monoblock warmtepomp effectief kan zijn
Uiteraard hangt dit allemaal samen met de grootte van de ruimte, afhankelijk van het model warmtepomp zou een ruimte van ca 30 vierkante meter ook het hele jaar door wel door alleen een monoblock warmtepomp verwarmd kunnen worden.
In de praktijk kan de te verwarmen ruimte groter, maar ook kleiner zijn, het hangt sterk af van factoren als isolatie, gewenste temperatuur, aanwezigheid van andere warmtebronnen, hoe hard mag het toestel werken, hoe hard mag het blazen, hoeveel geluid mag het maken?
Dit laatste is ook van groot belang, Innova monoblock warmtepompen worden zeer regelmatig gebruikt voor mobiele kantoren (zoals op bouwlocaties), hier is het toestel de enige warmtebron. Dit is echter een locatie waar gewerkt wordt, de geluidsproductie is van een veel minder groot belang vergeleken met bijvoorbeeld een slaapkamer. Als het toestel probleemloos lang op een hoge werkingsstand kan werken zonder storend te zijn is de ruimte waarin het toestel effectief is veel groter vergeleken met een plek waar het toestel alleen in een stille werkingsstand mag werken.
Een monoblock warmtepomp kan even stoppen met werken om te ontdooien
Bij het absorberen van warmte uit de koude buitenlucht ontstaat condens, en bij lage temperaturen kan het zijn dat er ijs ontstaat in het toestel. Het toestel is voorzien van sensoren om dit te detecteren en als dit het geval is wordt het verwarmingsproces voor korte tijd omgedraaid om warmte te genereren waar het ijs is ontstaan om dit snel te doen ontdooien. Als dit het geval is stopt de verwarming voor enkele minuten. Het kan dus lijken alsof het toestel defect is maar dit is een standaard functie van een warmtepomp als gevolg van het onttrekken van de warmte aan de buitenlucht en de daarmee samenhangende condensatie in het toestel.
Hoe vaak het toestel dit doet hangt sterk van de omstandigheden buiten af, met name de luchtvochtigheid buiten is hierin een factor. Hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe meer condensvorming en daarmee ijsvorming. Een droog, koud buitenklimaat zal minder "defrost" noodzakelijk maken dan een hoger, vochtiger klimaat ("waterkoud"), bij luchtvochtigheidsniveaus boven de 90% en het toestel werkende in een hoge werkingsstand kan het zijn dat het toestel eens per uur zal moeten ontdooien, dit als voorbeeld van de meest extreme omstandigheden.
Onze ervaring leert dat als de luchtvochtigheid buiten hoog is het zinvol is het toestel op een wat lagere ventilatorstand (via de toets met de drie balkjes) te laten werken, de werking van de ventilator voor de buitenlucht en de compressor wordt hier ook op aangepast. In deze werkingsstand wordt het gedeelte van het toestel dat in contact is met de buitenlucht minder koud en zal het minder snel moeten ontdooien. Daarmee zal het toestel langer onafgebroken werken en is de werking in de ruimte zelf krachtiger dan in een hogere werkingsstand waarbij het toestel regelmatig zal moeten ontdooien.
Aangepaste werkingsmodi voor koeling en verwarming
De Innova toestellen zijn voor verwarming ook anders geprogrammeerd dan voor koelen. Voor koelen maakt het niet uit als het toestel continu lucht circuleert, het toestel blaast zachtjes (mits ingesteld op automatische werking van de ventilator) en als de temperatuur stijgt wordt de koelende werking weer ingeschakeld. Voor verwarmen wordt de ventilator uitgeschakeld, want in de winter wordt luchtbeweging al gauw als tocht ervaren. Als de gewenste temperatuur bereikt is stopt het toestel met blazen en zal periodiek de ventilator voor 30 seconden inschakelen op de allerlaagste stand om wat verse lucht aan te zuigen, dit is nodig om een goede meting van de temperatuur te kunnen doen. Als de temperatuur nog op peil is gaat de ventilator weer uit en als de temperatuur gedaald is zal de verwarmende werking weer starten.
De opgegeven ruimtecapaciteit van een airco/warmtepomp betreft de koelende werking
Bij airco’s/warmtepompen wordt de koelende/verwarmende capaciteit normaal gesproken opgegeven in kiloWatt (kW), in landen waar het metriek stelsel niet of minder toegepast wordt zoals in Engeland of Amerika wordt ook BTU nog wel gebruikt maar dit komt hier nog maar zelden voor. Het koel- en verwarmingsvermogen in kW ligt normaal gesproken niet zo ver uit elkaar, maar de ruimte waarin een warmtepomp effectief kan werken is voor verwarmen meestal wel kleiner dan om te koelen. Dit heeft ermee te maken dat als de monoblock warmtepomp in de zomer de temperatuur met bijvoorbeeld 5 graden laat dalen ten opzichte van de buitenlucht het al snel aangenaam is. In de winter zal het verschil tussen de binnen- en buitentemperatuur wel wat groter moeten zijn om een aangename temperatuur te bereiken. De oppervlakte van de ruimte die een toestel bij lage temperaturen kan verwarmen zal ongeveer 20% kleiner zijn dan dat het toestel bij hoge temperaturen kan koelen. Dit hangt uiteraard wel af van een heel aantal factoren dus hier zal altijd wat variatie in zitten.
Ook dit in acht nemend is een monoblock warmtepomp de ruimte die deze ’s zomers koelt ’s winters nog steeds prima kunnen verwarmen. Als het echter de enige warmtebron in het pand of woning is of als de ruimte slecht is geïsoleerd is een 2.0 12HP ELEC of 15HP ELEC met elektrische heater zinvol. Hiermee bent u zeker dat ook in de koudste dagen met temperaturen onder het vriespunt er voldoende warmte kan worden gegenereerd. U zou er ook voor kunnen kiezen om een extra warmtebron zoals IR paneel of vrijstaande elektrische heater te gebruiken om extra verwarming te genereren als de temperatuur erg laag is.
De plek en de hoogte waarop het toestel is opgehangen heeft grote invloed op de gemeten temperatuur en daarmee de werkingsstand van het toestel
Elke airco/warmtepomp is voorzien van een thermostaat zodat het toestel de ruimte naar een ingestelde temperatuur kan brengen en daarop kan houden. In een monoblock is de thermometer in het toestel zelf ingebouwd. Omdat het toestel zijn werking aanpast aan de gemeten temperatuur is het belangrijk in acht te nemen dat de locatie in de ruimte waar het toestel hangt hier een grote invloed op heeft.
Als het toestel hoog aan de muur hangt zal het toestel altijd een wat hogere temperatuur meten, warmte stijgt immers en met iedere hoogtemeter stijgt de temperatuur met een graad. Als het toestel op een gegeven moment van de dag in de zon hangt zal het gedurende deze tijd ook "denken" dat het erg warm is in de ruimte en daardoor stoppen met verwarmen.
Als een ruimte smal en lang is, of bijvoorbeeld een L-vorm heeft zal de temperatuur ook altijd wat variëren op de verschillende plekken in de ruimte.
Daarnaast is het zo dat de thermometer in de monoblock warmtepomp zich altijd enigszins dichtbij de warmtebron van het toestel zelf bevindt, daar is in een monoblock toestel niet aan te ontkomen. Dat kan dus ook onder omstandigheden wel tot variaties in de gemeten temperatuur leiden. Als de door de monoblock warmtepomp uitgeblazen warme lucht niet ongehinderd weg kan blazen kan deze warmte ook weer direct bij het toestel zelf terechtkomen waardoor deze de verwarmende werking weer uit kan schakelen.
Het is dus belangrijk deze factoren mee te nemen in de overweging van waar u het toestel wilt ophangen, en als de gemeten temperatuur wat afwijkt door een van deze factoren is het zaak dit mee te nemen in de instelling van de gewenste temperatuur, door deze één of twee graden hoger in te stellen is een probleem al gauw verholpen.
De nieuwste Innova toestellen zijn ook te programmeren met een temperatuurcorrectie, zo is de gemeten waarde wat hoger of lager in te stellen zodat dit dichter bij de gemiddelde waarde in de ruimte komt.
U kunt de effectiviteit van de verwarmende werking optimaliseren door de volgende punten in acht te nemen:
Gebruik de Dual Power functie voor maximale werking totdat de gewenste temperatuur bereikt is.
Deze functie is te selecteren door op de toets van de ventilatorsnelheid te drukken totdat alle drie de streepjes op het display tegelijk knipperen, hierbij zal het toestel 90 minuten lang extra hard verwarmen, de verwarmende werking van de compressor wordt verhoogd en de ventilator om de lucht in de ruimte te blazen zal ook op maximale snelheid gaan blazen. Deze extra krachtige werking is alleen op deze wijze te activeren en zal de ruimte sneller op de gewenste temperatuur brengen.
Gebruik de app om het toestel in te schakelen.
Hiermee kunt u het toestel harder laten werken als u nog niet aanwezig bent. Als het toestel de ruimte op de gewenste temperatuur moet brengen zal deze extra hard moeten werken en blazen. Dit produceert meer geluid dan wanneer de gewenste temperatuur bereikt is en het toestel alleen nog maar hoeft te werken om de temperatuur op peil te houden. Hiermee is de ruimte aangenaam warm als u deze betreedt en minimaliseert u de geluidsproductie van het toestel als u in de ruimte aanwezig bent.
Gebruik de 24-uurs timer in de app.
Dezelfde functionaliteit zoals hierboven beschreven is ook automatisch in te stellen, u kunt programmeren dat het toestel op een bepaalde tijd automatisch in- en uitschakelt. Hiermee kunt u er dus ook voor zorgen dat als u de ruimte betreedt deze al op een aangename temperatuur is en de monoblock airco stil zijn werk doet.
Zorg ervoor dat de monoblock airco optimaal kan werken door ervoor te zorgen dat de luchtstroom onbelemmerd is door vervuiling
De Innova monoblock toestellen zijn aan de bovenzijde voorzien van een fijnmazig gaas om stof op te vangen voordat de lucht door het toestel geleid wordt. Het is belangrijk deze regelmatig te controleren en zo nodig te reinigen. Als er stalen roosters met gaas aan de buitenzijde geplaatst zijn is het belangrijk deze ook regelmatig te controleren. Als het gaas vol is komen te zitten met vervuiling gaat er niet voldoende lucht meer door het toestel, aan deze lucht wordt de warmte onttrokken dus als er niet voldoende lucht door het toestel kan stromen neemt de verwarmende werking tot bijna nul.
Gebruik van roosters met gaas
De roosters met gaas zorgen ervoor dat de binnenzijde van het toestel schoner blijft, wel is het zo dat het gaas ook enige extra luchtweerstand geeft. En voor monoblock warmtepompen geldt; hoe meer buitenlucht er door het toestel kan stromen, hoe meer lucht om warmte aan te onttrekken of om aan af te geven. Dit betekent dat een grotere luchthoeveelheid door het toestel betekent dat de koel/verwarmingscapaciteit toeneemt. Als maximaal verwarmingsvermogen gevraagd is zou het dus ook aan te raden zijn roosters zonder gaas te gebruiken.
Wat in winterse omstandigheden ook nog een factor kan zijn is het condenseren van vocht op het gaas van het uitblaasrooster, deze condens kan bevriezen en daarmee de luchtstroom door het toestel belemmeren, wat vervolgens de verwarmende capaciteit doet kelderen. Als het toestel intensief voor verwarming gebruikt wordt is het dus te adviseren het gaas van het uitblaasrooster te verwijderen (een eenvoudige ingreep die zonder gereedschap uit te voeren is). Voor maximaal vermogen zou het gaas dus uit beide roosters te verwijderen zijn.
Kies de optimale ventilatorsnelheid voor uw toepassing
De snelheid van de ventilator waarmee de warme lucht de ruimte in wordt geblazen kan worden ingesteld voor automatische werking waarbij de monoblock warmtepomp zelf kiest hoe hard deze blaast maar u kunt zelf ook kiezen hoe hard het toestel blaast. Een hogere stand zal zorgen voor betere verspreiding van de warmte in de ruimte en een lage stand zorgt voor meer geconcentreerde warmte vlakbij het toestel en ook een lager geluidsniveau. Als het toestel harder blaast zal de luchtstroom op een afstand van het toestel wel sneller als tocht ervaren, de lucht is wel warm maar de luchtbeweging voelt wel koeler aan. Het voordeel van meer luchtcirculatie is wel dat er ook een preciezere meting wordt gedaan van de temperatuur omdat de lucht in de ruimte meer gemengd wordt, de temperatuur in de ruimte zal namelijk altijd variëren op verschillende plekken en met name verschillende hoogten in de ruimte, elke meter hoger betekent ook ongeveer een graad warmer.
Zet de thermostaat van de CV een graad (of twee) lager dan die van de monoblock warmtepomp
Door de gewenste temperatuur van de CV iets lager te zetten dan die van de warmtepomp zal de warmtepomp normaal gesproken de verwarmende werking op zich nemen en als de temperatuur te laag is of als door de ruimtegrootte of andere reden de warmtepomp de temperatuur niet meer op de gewenste waarde kan houden kan de CV installatie bijspringen en de temperatuur weer doen stijgen.